inleiding
Vanaf 1 september 2005 gelden nieuwe regels voor de registratie van alle brom- en snorfietsen in Nederland. Iedere eigenaar, fabrikant of verkoper van brom- en snorfietsen krijgt direct met de nieuwe regels te maken.
De belangrijkste wijziging in de wet is dat brom- en snorfietsen voorzien moeten worden van een eigen kentekenbewijs en kentekenplaat. Bij dat kentekenbewijs horen alle relevante technische en persoonsgegevens. De RDW beheert het kentekenregister en zorgt voor de registratie van alle kentekenplichtige voertuigen. Met de komst van de nieuwe kentekenplaat komt het verzekeringsplaatje, dat elke brom- en snorfiets nu hoort te hebben, voor brom- en snorfietsen te vervallen.
De kentekenregistratie begint op 1 september 2005. Vanaf dat moment worden nieuwe brom- en snorfietsen alleen nog maar verkocht met eigen kentekenbewijs en kentekenplaat. Voor alle andere brom- en snorfietsen kunnen hun eigenaren vanaf deze datum een eigen kentekenbewijs aanvragen. Het aanvragen van een eigen kentekenbewijs is mogelijk tot en met 31 oktober 2006. Met ingang van 1 januari 2007 mogen brom- en snorfietsen alleen nog maar met eigen kentekenbewijs en kentekenplaat op de openbare weg rijden.
Samen met andere partijen in de voertuigbranche is de RDW momenteel druk bezig om de voorbereidingen voor de kentekenregistratie te treffen. Op dit moment is dus nog niet alle informatie over het nieuwe kenteken bekend. Op deze pagina's leest u de belangrijkste informatie die nu beschikbaar is. Belangrijk nieuws wordt ook op deze site gemeld
Informatie voor eigenaren van brom- en snorfietsen
Voor de kentekening van het bestaande bromfietspark heeft de overheid, in goed overleg met de brom- en snorfietsbranche, besloten dat de brom- en snorfietsen administratief gekentekend moeten worden. Dat betekent dat brom- en snorfietsen niet technisch gekeurd worden, maar op basis van bekende voertuiggegevens een kentekenbewijs krijgen. Administratief kentekenen maakt het proces zo eenvoudig mogelijk en stelt de burger niet voor te hoge kosten.
Iedere brom- en snorfietseigenaar krijgt een kentekenbewijs voor zijn typegoedgekeurde voertuig, tenzij eenduidig is vastgesteld dat de brom- of snorfiets gestolen is, dat er met het identificatienummer (VIN) is geknoeid of dat er andere redenen zijn om geen kentekenbewijs te verstrekken. De eigenaar van de brom- of snorfiets betaalt de kosten van de kentekenregistratie zelf. De kosten bestaan uit de schouwing, de kentekenaanvraag, de kentekenplaat en - in geval van legitimatie met paspoort - de kosten van een uitreksel uit de Gemeentelijke BasisAdministratie (GBA) van de eigen gemeente.
In grote lijnen bestaat de kentekening van het bestaande bromfietspark uit vier stappen.
1. Een schouwing bij de brom- en snorfietshandel
2. Het kentekenbewijs aanvragen op het postkantoor
3. De kentekenplaat laten maken
4. Het kenteken doorgeven aan de verzekeringsmaatschappij
1. De schouwing
De eerste stap in het proces om een kentekenbewijs te krijgen ligt bij de eigenaar van de brom- of snorfiets. Hij of zij neemt het initiatief om naar een bedrijf te stappen dat voor hem of haar de schouwing kan uitvoeren. Tijdens de schouwing worden enkele belangrijke technische gegevens opgenomen. Zo noteert de schouwer in ieder geval het merk, handelsbenaming, identificatienummer (VIN, ofwel frame- of chassisnummer), plaats van het VIN, motornummer en typegoedkeuringsnummer. Ook geeft de aanvrager zijn persoonsgegevens op. Hiertoe is hij echter niet verplicht. De eigenaar van de brom- of snorfiets ontvangt van de schouwer een formulier waarop alle genoteerde gegevens staan.
De schouwing kan alleen uitgevoerd worden door bedrijven die door de RDW erkend zijn en de bevoegdheid hebben de schouwing uit te voeren. Dat zullen over het algemeen verkopers en handelaren van bromfietsen zijn. Een volledige lijst van schouwers zal te zijner tijd te vinden zijn op de website van de RDW. Voor de schouwing moet de aanvrager een tarief voldoen. De schouwer stelt zelf de hoogte van het tarief vast. De kosten van de schouwing kunnen dus van bedrijf tot bedrijf verschillen. Het gemiddelde tarief zal naar verwachting tussen de € 10 en 15 liggen. Met steekproeven controleert de RDW of de schouw volledig en juist is uitgevoerd.
2. Het kentekenbewijs aanvragen op het postkantoor
Het tweede onderdeel is de aanvraag van het kentekenbewijs. De eigenaar gaat daarvoor met het schouwformulier en geldige legitimatie naar het postkantoor. De RDW stelt het ook op prijs om het telefoonnummer van de aanvrager te ontvangen om in geval van onduidelijkheid over de aanvraag om nadere informatie te vragen. Tegen betaling van het vastgestelde tarief van € 27 neemt de postkantoormedewerker de aanvraag op. Ook hier ontvangt de aanvrager een afschrift van alle opgenomen (legitimatie)gegevens.
Na de aanvraag op het postkantoor beoordeelt de RDW de aanvraag. Binnen vijftien werkdagen krijgt de aanvrager een reactie van de RDW. Als de aanvraag correct is, dan bevat de envelop het nieuwe kentekenbewijs. Is de aanvraag niet correct, dan stuurt de RDW een brief met een verzoek om meer informatie of een afwijzing met reden. In principe krijgen alle brom- en snorfietsen die nu legaal van de Nederlandse weg gebruik maken een kentekenbewijs. Tenzij fraude, misbruik of diefstal aangetoond wordt, gaat de RDW over tot het afgeven van een kenteken.
3. De kentekenplaat laten maken
Zodra de eigenaar het kentekenbewijs heeft ontvangen, kan hij een nieuwe kentekenplaat laten maken. Daarvoor kan elke eigenaar alleen terecht bij erkende kentekenplaatfabrikanten. Om een kentekenplaat te laten maken, moet degene die de plaat laat maken deel IA en IB van het kentekenbewijs van de brom- en snorfiets en geldige legitimatie meenemen. De prijs van een kentekenplaat wordt door de kentekenplaatfabrikant zelf bepaald en kan dus per fabrikant variëren. Het gemiddelde tarief zal naar verwachting rond de € 10 liggen. Namen en adressen van erkende kentekenplaatfabrikanten staan onder andere in de Gouden Gids. Elders op deze site staat een
volledige lijst erkende bedrijven.
Als de eigenaar/houder de kentekenplaat heeft ontvangen, moet hij de plaat vervolgens zelf op de brom- of snorfiets monteren.
4. Kenteken doorgeven aan de verzekering
Vanaf het moment dat de bromfiets is gekentekend, dient de bromfiets op grond van de Wet Aansprakelijkheid Motorvoertuigen ook verzekerd te zijn. Ook de verzekeringsmaatschappij moet daarom weten wat het nieuwe kenteken is. De eigenaar van het nieuwe kentekenbewijs dient dit zelf aan zijn verzekeringsmaatschappij door te geven.
Welke bromfietsen krijgen een kenteken?
In principe krijgen alle bromfietsen die nu legaal van de Nederlandse weg gebruik maken een kentekenbewijs. Als fraude, misbruik of diefstal niet aannemelijk gemaakt kan worden, gaat de RDW over tot het afgeven van een kenteken.
De basis van de registratie is het Identificatienummer (VIN) ofwel framenummer. Heeft het voertuig een leesbaar, uniek en volgens fabrieksspecificaties opgesteld VIN, dan wordt een kenteken afgegeven. Als het VIN onleesbaar is, probeert de RDW op basis van andere beschikbare gegevens het VIN te herleiden. Lukt dit, dan krijgt de aanvrager bericht van de RDW dat hij een afspraak voor herinslag moet maken bij een RDW-keuringsstation. Aan deze herinslag zijn kosten verbonden. Lukt dit niet, dan wordt geen kenteken afgegeven. Voertuigen met een VIN waarmee zichtbaar geknoeid is, krijgen volgens de wet geen kenteken.
Op basis van het VIN en overige gegevens van de schouwing verzamelt de RDW de technische gegevens die bij de bromfiets horen. Daarvoor worden de gegevens overgenomen die horen bij de typegoedkeuring van het voertuig. De typegoedkeuring is een overzicht van technische specificaties waaraan alle voertuigen van een bepaald type moeten voldoen. Alleen bromfietsen met een Nederlandse of Europese typegoedkeuring krijgen een kenteken.
De Europese typegoedkeuring kan sinds 1998 afgegeven worden door een EG land en is geldig is alle EG landen. Deze typegoedkeuring is te herkennen aan het nummer van de Europese typegoedkeuring, dat altijd op het typeplaatje (waarop ook het VIN/framenummer staat) is vermeld. Het nummer begint altijd met een kleine letter "e", met daarachter één of twee cijfers, die het landnummer aanduiden.
Een voorbeeld voor een Europees typegoedkeuringsnummer is e4*92/61*2221*00.
Historische voertuigen
Voor historische bromfietsen met een bouwjaar van voor 1 januari 1974 gelden dezelfde criteria. Zo moeten ze wat betreft de typegoedkeuring nu ook al legaal van de weg gebruikmaken. Hiervoor moeten alle bromfietsen aan een Nederlandse of Europese typegoedkeuring kunnen worden gekoppeld. Van sommige historische bromfietsen is dit niet meer te achterhalen. Alleen in deze gevallen geeft de RDW op basis van een bouwjaarverklaring, waaruit blijkt dat het bouwjaar voor 1974 ligt en het voertuig een bromfiets is, ook zonder typegoedkeuring een kentekenbewijs af. Aan het verkrijgen van een bouwjaarverklaring kunnen kosten verbonden zijn.
Geen kenteken
Heeft het voertuig geen Nederlandse of Europese typegoedkeuring én is het voertuig niet historisch, dan kan het voertuig alleen een kenteken krijgen na een keuring op toelatingseisen bij de RDW. Het laten uitvoeren van een schouwing is dan dus overbodig. Tijdens deze keuring moet de aanvragen de herkomst van het voertuigen moeten kunnen aantonen (bijvoorbeeld met een aankoopnota). Mogelijk moeten ook aanvullende documenten overleg worden, zoals buitenlandse documenten waaruit blijkt dat het betreffende voertuig voldoet aan de Nederlandse definitie van bromfiets. De kosten van de keuring zijn aanzienlijk hoger dan die van de schouwing en komen geheel voor rekening van de aanvrager. Bromfietsen die niet bestemd zijn of waren voor de Europese lidstaten en Eva-landen zullen worden getoetst aan gecompliceerde toelatingseisen. De kosten hiervan kunnen hoger zijn dan de waarde van het voertuig zelf. Voor voertuigen met een VIN waarmee geknoeid is, is deze procedure niet mogelijk.
Als een bromfiets op welke grond dan ook geen kenteken krijgt, dan mag het voertuig niet meer op de openbare weg komen.
Bron:
http://www.rdw.nl